CONNECTING BRUSSELS

Brussel verbindt. Brussel verbindt Europese cultuurgebieden. Brussel verbindt taalgebieden. Brussel verbindt België. Brussel verbindt Europa. Verbindt Brussel ook de Brusselaars?

Connecting Identities

Identiteit is meervoudig en in Brussel ook een meervoudige keuze: voor een Nederlandstalige school, een tweetalige sportclub, een Franstalig theater of een bicommunautair ziekenhuis. Brussel is een kruispuntbank van keuzes. The only thing that unites us all is Brussels. Omdat Brusselaars geen gemeenschappelijk verleden hebben, is de enige manier om hen te verbinden in een gemeenschappelijke fierheid over hun stad, de toekomst van de stad zelf. Dat houdt in dat zoveel mogelijk Brusselaars mee over hun stad moeten kunnen stemmen, ook expats. Dat betekent dat wie in Brussel moet stemmen, dat voor tweetalige partijen moet kunnen doen, net zo goed als voor eentalige partijen, en dat de taal waarin je stemt niet bepalend is voor de talen van de partij waarvoor je stemt.

Connecting Opportunities

Brussel is een stad met enorme mogelijkheden waar teveel jongeren van uitgesloten worden, of zichzelf van uitsluiten. Brussel kent twee gemeenschappen: een (kans)arme en een (kans)rijke. Onze jongeren groeien op in een stadsgewest, hoofdstad van een land waar de nationale voetbalploeg voor het eerst in de buurt van de top tien van de wereld staat, niet toevallig omdat het voetbal een spiegel van de culturele diversiteit geworden is, in tegenstelling tot… Maar Brussel is ook de hoofdstad van een regio waar we met het Nederlandstalig onderwijs in zijn globaliteit al jaren tot de olympische finalisten behoren. Een regio die nog altijd tot de rijkste van de wereld behoort. Waarom vallen er nog zoveel jongeren uit de boot? Waarom zijn zoveel Brusselaars arm als Brussel zo rijk is?

Ons Brussel geeft kansen aan kinderen, geeft ouders en kinderen de mogelijkheden om hun verantwoordelijkheid op te nemen en, daar waar ze falen, zal ons Brussel hen ondersteunen om de generatiekansarmoede te doorbreken.

Connecting Expectations

Onderwijs kan de vicieuze cirkel van ongelijkheid doorbreken die vandaag doorgegeven wordt. Daarvoor moeten we onze eigen referentiekaders in vraag stellen en er niet van uitgaan dat alle kinderen geboren worden in gezinnen met ouders die kunnen lezen. We mogen kinderopvang niet langer zien als een plek waar de zorg van werkende ouders overgenomen wordt, maar als een plek waar ook kinderen wiens ouders geen job hebben, geprikkeld worden. Onderwijs kan de cirkel doorbreken als het niet langer selecteert, maar oriënteert, en dus ophoudt te vertrekken van een deficit, van wat kinderen niet kunnen, en niet van wat ze wél kunnen, van hun talenten.

Ons Brussel verdient zo’n onderwijs van de toekomst, dat niet de eindtermen aanpast aan de Brusselse realiteit, maar wel de weg om die eindtermen te halen. Een onderwijs dat, van in de peutertuin rekening houdt met taaldiversiteit, met andere culturele referentiekaders, met een schooltaal die voor een minderheid ook een thuistaal is. Een onderwijs op maat van de kinderen van Brussel.

Connecting Change

Verandering is onvermijdelijk. Verandering wordt verbetering als verbeelding leidt tot engagement. Nieuwe Brusselaars die zorg opnemen voor oude Brusselaars. Jobstudenten uit het beroepsonderwijs die de ontmoetingszaal van een rusthuis opfrissen. Verandering is verbetering als we bressen slaan in de muur van cynisme, in plaats van er een rij stenen van cynisme op te leggen, als we erin slagen om jongeren niet te zien als een doelgroep, maar als mede-eigenaars van hun stad, als we hen een Europees project geven, en geen nationalistisch. Laat ons zoeken naar een gemeenschappelijke taal – letterlijk als lingua franca, en figuurlijk in een taalgebruik dat uitgaat van respect voor verschil. Laat ons luisteren naar de subculturen van jongeren, naar hun taal, naar hun lyrics, hun aanklachten tegen de samenleving. Laat ons brieven lezen van jonge Brusselaars, luisteren naar soms ook radicale hiphopteksten. Zij zijn ook een deel van de soundtrack van de stad.
The only thing that unites us all is Brussels! Ons Brussel beantwoordt uitsluiting met deelname aan een nieuw stadsproject. Een geloof in de kracht van onze stad.

Connecting Cultures

Culturen met elkaar verbinden begint met inclusief te denken, met (h)erkenning van en respect voor verschil, en door (culturele) rangordes te vermijden.
Een andere weg. Niet enkel voor de nieuwe generatie, de toekomst van onze stad, maar ook voor de huidige generatie(s). Er wordt in Brussel te veel naast elkaar geleefd, niet met elkaar. Soms in dezelfde wijk. Soms, zoals in het geval van de Europese wijk, zelfs naast de stad.

In het Brussel dat wij willen, worden getto’s een embleem van citymarketing, een plek voor interculturele ontmoetingen, is ‘Brusselse’ niet langer een adjectief van Vlaming, Marokkaan, Waal, Turk, Congolees. Brusselaar wordt de familienaam, en de afkomst adjectief: Marokkaanse Brusselaars, Vlaamse Brusselaars, Waalse Brusselaars, Turkse Brusselaars, Congolese Brusselaars. Samen zijn we Brussel. Samen maken we Brussel.

Connecting Arts

Kunst kan de wereld allicht niet redden, maar toch een pak beter maken. Door een taal (beeld, woord, geluid, beweging… of dat allemaal samen) te creëren die tegelijkertijd heel persoonlijk is, en toch bijzonder geëngageerd. Persoonlijk omdat het gaat om het zoeken naar een identiteit. Geëngageerd omdat die persoonlijke identiteit in dialoog gaat met die van de toeschouwer, luisteraar, lezer, of dat allemaal samen… en met de wereld buiten het kunstwerk. Verhalen die confronteren én verbinden. Zoals de taal van Ensor, van Sidi Larbi Cherkaoui, van Michaël Roskam, van David Van Reybrouck, of van Stromae…

Ons Brussel gelooft in de kracht van kunst als permanente barometer van de samenleving. Vooral in een periode waarin de dictatuur van de mens vervangen is door die van de markten, waar steeds meer mensen terugplooien op de heimat. Politici moeten zich voeden met de blik van kunstenaars. Omdat geëngageerde kunst het geweten is van de politiek.

Connecting Languages

Wil je een meertalige stad begrijpen, dan moet je niet alleen de talenkennis meten, maar ook de affiniteiten tussen taal en emoties, tussen taal en ontmoeting, tussen taal en burgerschap, tussen taal en gemeenschap en tussen taal en Brussel. De taaldiversiteit neemt toe, wat positief is, maar die groeiende taaldiversiteit biedt niet voor iedereen kansen, maar houdt ook bedreigingen in.

Als opstap naar een job én als voorwaarde voor volwaardige deelname aan het publieke leven en de publieke ruimte in Brussel, blijven Frans, Engels én Nederlands een conditio sine qua non. In ons Brussel spreken we gemeenschappelijke talen om elkaars verhalen te begrijpen en zo de toekomst samen te maken.

Connecting Private Spaces

Brussel moet in staat zijn om iedereen een betaalbaar privaat stukje Brussel te geven.
Een woonbeleid dat stoelt op het verbinden van noodzaak. De nood aan bijvoorbeeld zorg van oudere mensen verbinden met de nood aan een goedkope starterswoonst voor jongeren. Of de nood aan gedeeld huren omzetten in gedeeld verwerven.
Een woonbeleid dat stoelt op solidariteit tussen rijk en arm, en op herverdeling.
Een gezinsvriendelijk woonbeleid, waar het wonen ingebed is in een omgeving waar opvang, onderwijs, ontmoeting bij de hand zijn.
Een woonbeleid dat stoelt op een creatieve architectuur, die vooruitkijkt en die de noden van vandaag lenigt en anticipeert op veranderende noden in de toekomst.
Een woonbeleid dat mensen die hier werken aantrekt en zo de files korter maakt.
Een woonbeleid dat duurzaamheid wil, door private woningen in te bedden in een kwaliteitsvolle publieke ruimte, met collectieve voorzieningen die ervoor zorgen dat je in Brussel met een gerust gemoed kinderen kunt krijgen en laten opgroeien en zelf oud kunt worden. Ons Brussel neemt iedereen mee.

Connecting Public Spaces

Een stad beleef je op de tram, te voet, met de fiets, in de ontmoeting met andere mensen. Dat vraagt een performant openbaar vervoer, en een ruimtelijke ordening die gericht is op een evenwicht tussen ontmoeting en passage, een ruimtelijke ordening die rekening houdt met hoe mensen samenleven.

Ons Brussel richt de openbare ruimte zo in dat die ontmoeting spontaan ontstaat. Pleinen, parken en straten waar spontaan muziek gemaakt, of gespeeld kan worden. Waar Winterpret en Zomerpret mogelijk zijn zonder van sommige buurten een pretpark te maken. Ons Brussel zal de hoofdstad van de openbare pleinen zijn, van tientallen Flagey-pleinen, van brede trottoirs, van ondergrondse parkings, van veilige fietspaden. Ons Brussel mikt ook resoluut op toparchitectuur. Geen banale gebouwen zonder ziel. Ons Brussel maakt van de kanaalzone de ruggengraat van onze stad. Ons Brussel wil een smoel.

Connecting Cyclists

Tussen 2004 en 2009 verveelvoudigde het aantal fietsers in Brussel. Die groei viel de jaren die daarop volgden jammer genoeg stil, maar sinds 2014 groeit het aantal fietsers weer exponentieel. De Brusselaars voelen de ambitie en de goesting van ons beleid.

Maar Brussel heeft nog een lange weg af te leggen als het een echte fietsstad wil worden. Gezinnen gaan maar fietsen als dat veilig is voor hun kinderen. We moeten ons Brussel spiegelen aan steden met een fietstraditie (zoals Amsterdam en Kopenhagen) maar ook aan steden met een autocultuur die nu resoluut kiezen voor de toekomst, voor verandering, van mobiliteit én mentaliteit, zoals Bogota, zoals London en zelfs Parijs. Een fietstraditie hebben we niet, maar dat belet Brussel niet om in het peloton van steden met een (fiets)toekomst te gaan rijden, en waarom niet voor het peloton uit?

Connecting Neighbour(hood)s

Brussel projecten nodig die in staat zijn de stad te verbinden met cultuur en economie, projecten die internationaal voor uitstraling en lokaal voor werk kunnen zorgen, en die ook een zekere trots en geborgenheid kunnen geven aan een wijk, de bewoners met hun wijken kunnen verzoenen, en met Brussel.

Projecten die ontmoeting creëren, culturele interactie, projecten die verbinden, projecten voor Brusselaars, van Brusselaars, projecten die verbinden in een gedeeld geloof in beterschap. Dat hebben we nodig: vuurtorens, bakens, letterlijk en figuurlijk.

Connecting The Metropolitan Area

Brussel is het hart van een sociaal, cultureel en economisch metropolitaan gebied ter grootte van het vroegere Brabant, met een directe impact van Oostende tot Aarlen.

Maar er is een grondstroom in Vlaanderen die bang is van de metropool. Angst voor verfransing is angst voor verbrusseling geworden. Deze angst heeft de ontwikkeling van het GEN met tien jaar vertraagd. En elk jaar vertraging betekent een meerkost: voor bedrijven, voor de gezondheid van onze kinderen, en voor de belastingbetaler.

Er is geen reden voor angst. De metropool kan best nog wat inbreiding aan. In Berlijn, de groenste stad van Europa, wonen 3,5 miljoen mensen op goed 830 km². De Brusselse metropool telt minder dan 3 miljoen inwoners voor ruim 3350 km², van wie bijna 40% op de 161 km² van het hoofdstedelijk gewest.

Ons Brussel werkt samen met zijn hinterland. Het hinterland heeft geen toekomst zonder Brussel. Als het slecht gaat in Brussel, zal het slecht gaan in het hinterland.

Brussel is de toekomst én ook de dichtstbijzijnde citytrip.

Connecting Europe

Brussel is het administratieve hart van Europa, maar Europa zit niet in het hart van de Brusselaars. Brussel zou, naast plekken voor de Europese instellingen en plekken voor Europese en internationale lobbygroepen, ook ontmoetingsplekken moeten hebben voor jongeren uit Europa.

Ons Brussel zal van iedereen zijn die er woont. We hebben al die Europese, hoogopgeleide stedelingen, die hier wonen maar nauwelijks betrokken zijn bij de stad, nodig. Door ze stemrecht te geven, door ze in de internationale taal, het Engels, aan te spreken en te betrekken en door te tonen dat we de hoofdstad van Europa waardig zijn. In elke hoofdstad wapperen de vlaggen. In ons Brussel zal dat ook zo zijn.

Innovating Connections

In alle steden in Europa zijn jongeren op zoek naar werk, naar een perspectief, een engagement. Die jongeren een toekomst geven, is Europa zelf een toekomst geven.

In elke stad zijn interessante creatieve individuen en ondernemingen aan de slag. In elke stad denken ingenieurs, planners, kunstenaars, sociale werkers en architecten na over hoe je het samenleven van mensen vertaalt in de inrichting van publieke, semi-publieke en private ruimtes. In elke stad starten jongeren verantwoorde en verantwoordelijke projecten om tijdelijke en permanente leegstand om te buigen in tijdelijke ontmoetingsplekken, vaak met duurzame relaties tot gevolg.

Brussel kan een stuwende rol spelen in het stimuleren van creatieve netwerken, in de uitwisseling van kennis en expertise, door ongecompliceerd te kiezen voor digitalisering, meertaligheid, logistiek, mobiliteit van ideeën en mensen. Niet meteen om mensen zelf rijker te maken, maar om de samenleving te verrijken door kennis te delen, door producten en programma’s die onze steden en onze jongeren zelfredzaam maken.

Connecting Policies

Brussel is sociografisch een stad, één stad, hart van een metropool. Die stad is bestuurlijk een gewest geworden, niet omdat het een gewest is, daar is de stad te klein voor, maar omdat Vlaanderen en Wallonië gewesten werden, en Brussel geen deel kon zijn van één van beide, en ook niet meer kan worden. Brussel moet dus een stad worden, één stad, én een gewest blijven.

Brussel moet een sterk gewest zijn. Autonoom. Geen deel van een federatie met twee, maar de motor van een federatie met drie. Wallonië én Vlaanderen moeten Brussel loslaten, zodat Brussel Vlaanderen en Wallonië kan omarmen.

Brussel kan maar een sterke stad en gewest zijn, als die autonomie leidt tot een sterke visie, en als die visie op een efficiënte manier uitgevoerd wordt. Brussel kan ook maar een sterke stad en gewest zijn, als die visie gevoed en gedragen wordt door de bewoners van zijn wijken, en in zijn uitvoering ook vertaald wordt naar die wijken. We moeten investeren in een wijkdemocratie, in creatieve, moderne manieren om burgers die in groeiende mate disconnected zijn van gemeentelijk beleid, op een directe manier inspraak te geven in hun wijk – en in hun stad.

Vandaag is in Brussel iedereen bevoegd en niemand verantwoordelijk. In ons Brussel wordt het adagio: minder bevoegdheid en meer verantwoordelijkheid.