OVER PASCAL

Pascal Smet is Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en VGC-collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport, Gemeenschapscentra, Samenleven en Diversiteit.

Hij heeft één grote drijfveer en inspiratiebron voor zijn werk in Brussel. De stad zelf.

“Mijn hart klopt in deze stad en mijn hart klopt voor de Brusselaars. En dat is de reden waarom ik me 15 jaar geleden in de Brusselse politiek lanceerde. Ik wou dat onbenutte potentieel van Brussel eindelijk benutten. In 15 jaar tijd zette ik de metamorfose van Brussel mee in gang.
Vandaag is de tijd rijp om met Brussel belangrijke volgende stappen te nemen. We gaan de kwaliteit van onze architectuur en onze publieke ruimte naar een hoger niveau tillen, we gaan ontmoetingen tussen mensen verder stimuleren en we gaan Brussel internationaal op de kaart zetten als een ambitieuze en karaktervolle stad.

De eerste stappen in de politiek

Pascal Smet wordt op 30 juli 1967 geboren in Haasdonk. Hij loopt school in Sint-Niklaas en studeert nadien rechten aan de Universiteit Antwerpen.

Op zijn achttiende krijgt Pascal de politieke microbe te pakken. Het is volle rakettencrisis en hij gaat betogen tegen het plaatsen van Amerikaanse raketten in Europa. Nadien is het maar een kleine stap naar de actieve politiek. Het duurt niet lang of Pascal Smet wordt verkozen, als SP-gemeenteraadslid in Beveren en als SP-provincieraadslid in Oost-Vlaanderen. Hij is dan nog maar een prille twintiger. In die periode wordt hij ook voorzitter van de jongsocialisten.

“Als voorzitter van de jongsocialisten lanceerde ik ooit het idee om de legerdienst af te schaffen. Ik vond het onrechtvaardig dat je met rijke ouders meer kans had om er aan te ontsnappen. Ik leerde toen dat goede ideeën soms te vroeg kunnen komen, maar meestal niet kunnen worden gestopt.”

De verhuis naar Brussel

Begin jaren negentig verhuist Pascal naar Brussel. Hij werkt op het commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en kiest er voor te wonen waar hij werkt. In 2000 wordt hij Commissaris-Generaal voor de vluchtelingen en al snel is duidelijk dat hij de grootste vluchtelingencrisis van het land moet aanpakken. Dat lukt en het jaarlijks aantal asielaanvragen loopt terug van 42.000 tot minder dan 20.000. Asielaanvragen worden voortaan correct behandeld en België wordt op vlak van asielbeleid een voorbeeld in Europa.

De ommekeer wordt ingezet

In september 2003 zet Pascal Smet opnieuw de stap naar de actieve politiek. Toenmalig sp.a-voorzitter Steve Stevaert duidt hem aan als de nieuwe Brusselse staatssecretaris van Mobiliteit. Zijn intrede in de Brusselse politiek gaat niet onopgemerkt voorbij. Voor Pascal mag Brussel een stuk ambitieuzer. Dat wil zeggen een stuk minder ingewikkeld op bestuurlijk niveau, meer natuur in de stad en meer plaats voor voetgangers, fietsers en openbaar vervoer.

“Brussel zit nu eenmaal ingewikkeld in elkaar, wordt vaak gezegd door Brusselse politici als iets mislukt. Maar je gaat toch in de politiek om dingen te veranderen. En Brussel biedt op dat vlak veel kansen.”

Na de verkiezingen van juni 2004 wordt Pascal Smet minister van Mobiliteit en Openbare Werken in de Brusselse regering. Met die bevoegdheden maakt hij het verschil en bewijst hij dat zijn ideeën uitvoerbaar zijn. Openbare werken worden beter gepland en passen in een brede stadsvisie. Brussel moet autovrijer worden met een zichtbare plaats voor de fiets. En natuurlijk wil Pascal ook werk maken van snel en aantrekkelijk openbaar vervoer, in eigen bedding en aan een voordelig tarief voor bepaalde doelgroepen.

“Ik wandel en fiets graag in mijn eigen stad. Een stad die altijd wordt gekenmerkt door kranen. En zolang ik kranen zie, kan Brussel altijd verbeteren. Er moet meer gedroomd worden in Brussel.”

In 2006 werd Pascal Smet verkozen tot gemeenteraadslid van de stad Brussel en wordt hij (verhinderd) schepen van openbare werken, participatie en gelijke kansen. Het zorgt gedurende drie jaar voor een sterke en succesvolle samenwerking tussen de stad Brussel en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met als resultaat een reeks vernieuwde straten, lanen en pleinen zoals de grote voetgangerszone rondom de Grote Markt, een autovrije Oude Graanmarkt en een echt plein voor het jeugdtheater Bronks.

Vlaams minister van onderwijs, jeugd, gelijke kansen en Brussel

De verkiezingen van juni 2009 zijn een succes voor Pascal Smet en de Brusselse sp.a maar desondanks worden ze geweerd uit de meerderheidscoalitie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Zo komt de Brusselse sp.a in de oppositie terecht en Pascal Smet wordt minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel in de Vlaamse regering. Die bevoegdheden maken hem eigenlijk tot de minister van de toekomst.

“Zonder een loodgieter en een elektricien zit de advocaat met natte voeten in het donker. Daar gaat onderwijs ook over. De één is beter met zijn handen, de ander beter met zijn verstand, een derde heeft talent in talen, een vierde een groot technisch inzicht. Het onderwijssysteem moet ouders en vooral kinderen toelaten om de juiste keuze te maken.”

Terug naar zijn ware liefde

In 2014 kiest Pascal Smet opnieuw met volle overgave voor Brussel en wordt hij opnieuw Minister in de Brusselse regering. “Le courage est d’aller à l’idéal et de comprendre le réel,” Pascal Smet citeert Jean Jaurès. Na vijf jaar als Vlaams Minister van Onderwijs heeft Pascal Smet allesbehalve spijt om terug te keren naar Brussel. Met meer ervaring en extra bagage keert hij terug om van Brussel een betere, aangenamere stad te maken.

Als minister van Mobiliteit en Openbare Werken kon hij zijn droom voor een duurzame stadsontwikkeling volop gestalte geven. Dat betekent onder meer dat de openbare ruimte anders wordt verdeeld. Meer plaats voor beter openbaar vervoer, meer plaats voor fietsers en voetgangers.

Vandaag is Pascal Smet Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp.
Vanuit deze bevoegdheden wil hij Brussel een “smoel geven” en internationaal op de kaart zetten als de kosmopolitische, creatieve en ondernemende grootstad die ze is.

MIJN VISIE

Toen ik 25 jaar geleden in Brussel kwam wonen en door haar straten liep, haar mooie gebouwen bewonderde en veel warme Brusselaars leerde kennen, toen ontdekte ik ook een stad met een groot onbenut potentieel.
Pleinen en straten waren bijna volledig voorbehouden voor koning auto en zielloze architectuur was schering en inslag. In verschillende Europese steden was de evolutie richting duurzame stadsontwikkeling reeds aan de gang, maar in mijn Brussel bleef het te stil op dat vlak.  

Mijn hart klopt in deze stad en mijn hart klopt voor de Brusselaars. En dat is de reden waarom ik me 15 jaar geleden in de Brusselse politiek lanceerde. Ik wou dat onbenutte potentieel van Brussel eindelijk benutten. In 15 jaar tijd, waarvan ik 10 jaar actief ben geweest als Minister van Mobiliteit en Openbare Werken,  heb ik de metamorfose van Brussel mee in gang gezet.  

Intussen zijn veel van onze pleinen geen openluchtparkings meer, maar ontmoetingsplekken. Denk maar aan het Flageyplein, het Spiegelplein, het Dumonplein, het Rogierplein, het Mercierplein en het Fernand Cocqplein.
Intussen zijn veel van onze straten niet langer stadsautostrades, maar mooie stadsboulevards of autovrije lanen. Denk maar aan de Elsensesteenweg, de Woluwelaan, de Generaal Jacqueslaan en de Centrale Lanen.
Intussen werd ons openbaarvervoernetwerk uitgebouwd en maken dubbel zoveel mensen gebruik van het openbaar vervoer in Brussel. Er kwamen niet alleen nieuwe tram- en buslijnen bij, ook de werken aan de nieuwe Noord-Zuid metroverbinding startten.
Intussen zijn fietsers niet langer de uitzondering in Brussel. Door in te zetten op fietsinfrastructuur en communicatie nemen veel Brusselaars vandaag, net als ik, regelmatig de fiets.   
Intussen staat het thema luchtkwaliteit hoog op de agenda en werden maatregelen genomen om deze drastisch te verbeteren. We voerden de Lage Emissie Zone in, elektrificeren de voertuigen van de MIVB momenteel in sneltempo en planten bomen en struiken in de publieke ruimte.
Intussen is Brussel een stad geworden waar mensen van over de hele wereld elkaar ontmoeten. Dit gebeurt spontaan in de publieke ruimte maar ook in de vele bruisende plekken die we creëerden, zoals jeugdhuizen en culturele centra, met een divers aanbod aan activiteiten. Brusselse organisaties en verenigingen kregen meer financiële ruimte om hun werking te ontplooien.  
Intussen is het pad geëffend en heeft Brussel definitief de weg gekozen om een stad voor mensen te worden en niet langer de stad voor auto’s die ik 25 jaar geleden leerde kennen.

Vandaag is de tijd rijp om met Brussel belangrijke volgende stappen te nemen. We gaan de kwaliteit van onze architectuur en onze publieke ruimte naar een hoger niveau tillen, we gaan ontmoetingen tussen mensen verder stimuleren en we gaan Brussel internationaal op de kaart zetten als een ambitieuze en karaktervolle stad.   

Daarom ga ik Brussel de komende jaren beter in de markt zetten als de kosmopolitische, creatieve en ondernemende stad die ze is.
Daarom ga ik Brusselaars de kans geven om zich verder te ontplooien in deze stad, op persoonlijk, sportief en cultureel vlak.
Daarom ga ik de publieke ruimte in Brussel verder teruggeven aan de Brusselaars. We gaan minder plaats geven aan de auto en die ruimte gebruiken om mooie plekken te maken waar jong en oud kan spelen, kan wandelen, kan fietsen, kan ontspannen of gewoonweg kan genieten.
Daarom ga ik ons architecturaal erfgoed beschermen en renoveren en ga ik ook voor nieuwe, spraakmakende gebouwen en pleinen in de stad. 

Daarom ga ik Brussel een smoel geven!

 

MIJN TEAM

Brussel is een diverse stad met enorm veel mogelijkheden. Een stad waar diversiteit een vruchtbare bodem is voor creativiteit. Waar jong en oud in dialoog gaan en waar culturen elkaar inspireren. Brussel is een stad boordevol talent waar wat ons bindt belangrijker is dan waarin we verschillen.

The only thing that unites us all is Brussels. Omdat Brusselaars geen gemeenschappelijk verleden hebben, is de enige manier om hen te verbinden een gemeenschappelijke fierheid over hun stad, de toekomst van de stad zelf.

Deze diversiteit weerspiegelt zich in mijn kabinet. Mijn medewerkers hebben verschillende achtergronden, maar koesteren dezelfde dromen voor onze stad, voor ons Brussel, een “Brussels for People”.
We willen de stad teruggeven aan haar bewoners, we willen onze stad een karaktervolle smoel geven en we willen onze stad internationaal de kosmopolitische uitstraling geven die ze verdient.

Alleen lukt dat niet. Daarom vormen wij samen een sterk team: Pascal en Ady, Aïcha, Alessio, Ben, Bianca, Carine, Christa, Daan, Damiaan, David, Erik, Fadoua, Geert, Géraldine, Gisèle, Guven, Helga, Hilde, Johan, Johan, Julie, Lieven, Lorenzo, Mathieu, Nathalie, Naomi, Raihana, Robin, Sebastien, Siegriet, Sil, Simon, Suzy, Thibault, Thomas, Valérie, Veerle, Veronique, Willem, Wim, Wim, Winny en Edgar.